info-steel-54

het water. Door deze insnijdingen ontstonden drie gebouwen A (4,5 traveeën), B (7,5 traveeën) en C (4 traveeën) en is het zuidelijke gedeelte van de site verder modulair uitbreidbaar. De belangrijkste fases van het bouwproces zijn in het gehele project zichtbaar. De bulkzone vertegenwoordigt de horizontale betonplaat; de opengemaakte portieken de overkapping; gebou- wen B en C de dichtgemaakte, niet-geïsoleerde volumes en gebouw A de geïsoleerde versie met opengewerkte koppen waar kleine winkeltjes mogelijk zouden zijn om de opdracht en het idee van bouwmaterialen’dorp’ kracht bij te zetten. Deze afwisseling van (gedeeltelijk) gebouwde volumes en leegte is niet het enige wat het project boeiend en elegant maakt. Ook de strikte en consequente geleding die in het vertikale vlak is doorgetrokken is zonder meer treffend in haar eenvoud. De fijn geribde betonnen plint is terugliggend ten opzichte van de bovenbouw in polycarbonaat. Tussen beide ‘geledingen’ zijn windverbanden voorzien die dankzij deze ingreep tegelijk voelbaar zijn in het interieur en aan de buitenkant van de volumes. (H)eerlijke architectuur. De verschuiving in het gevelvlak bood bovendien de mogelijkheid om op 5 meter hoogte langs de periferie een kabelgoot te voorzien. Langsheen elke kolom kan van deze kabelgoot worden afgetakt. De kolommen zijn samengesteld uit twee parallelle stalen lijfplaten van 600mm breed en 15mm dik met terugliggende flensplaten van 200mm breed. Daardoor ontstaat enerzijds visuellement en contact avec l’eau. Ces incisions ont fait naître trois bâtiments A (4,5 travées), B (7,5 travées) et C (4 travées) tandis que la partie sud du site est extensible de façon modulaire. Les principales phases du processus de construc- tion apparaissent dans l’ensemble du projet. La dalle en béton horizontale représente la zone de vrac, les portiques ouverts, la toiture ; les bâti- ments B et C, les volumes fermés non-isolés et le bâtiment A, la version isolée avec des niches où de petits magasins pourraient s’installer pour matérialiser l’idée d’un « village » de la construction. Cette alternance de volumes (partiellement) bâtis et de vides n’est pas le seul élément qui rend le projet à la fois intéressant et élégant. L’articulation stricte et cohérente prolongée dans le plan vertical est saisissante de simplicité. La plinthe en béton finement nervurée se trouve en retrait par rapport à la structure supérieure en polycarbonate. Entre les deux « articulations », des contreventements sont perceptibles à l’in- térieur et à l’extérieur des volumes. Architecture franche et brillante Le déplacement du plan de la façade donnait en outre la possibilité de prévoir une goulotte de câbles sur le pourtour à une hauteur de 5 mètres. Une dérivation peut être placée à partir de cette goulotte de câbles le long de chaque colonne. Les colonnes sont constituées de deux âmes en acier parallèles de 600 mm de large et de 14 mm d’épaisseur avec des ailes en retrait de 200 mm de large. On obtient ainsi d’une part 29 principe module