info-steel-41
laterale modes vertonen, wordt vermeld dat de mens veel gevoeliger is voor horizontale trillingen. De bijhorende criteria zijn derhalve veel strenger (figuur 2). Figuur 4(a) toont de voorspelde verticale trillings- niveaus voor lage dichtheden van het voetgan- gersverkeer. Deze voorspelling toont aan dat in deze situatie alle cases maximaal of gemiddeld comfort kunnen garanderen. Voor deze lage dichtheden wordt aldus geen trillingshinder verwacht. Figuur 4(b) toont aan dat voor normale dichthe- den (tot 0.8p/m 2 ), een minimum comfort of zelfs onaanvaardbare trillingsniveaus voorspeld worden voor vier cases. Slechts één hiervan – Mechelen – is gelegen in een stadscentrum waar een intensief gebruik van de brug mag verwacht worden. Deze gevoeligheid was reeds in ontwerpfase voorspeld waartoe beslist werd om een trillingsdemper op te nemen in het ontwerp (figuur 5). Dankzij deze maatregel kan de constructie ook een maximaal comfort garanderen voor hoge dichtheden van het voetgangersverkeer. De ligging van de andere drie cases (Eeklo, Knokke en Anderlecht) maakt dat in deze gevallen enkel lage dichtheden verwacht worden waarbij het comfort van de gebruiker wel gegarandeerd wordt. Deze voor- spelling duidt echter op een grote gevoeligheid van deze constructies voor mens-geïnduceerde trillingen. Men moet hiervan bewust zijn alsook moet rekening gehouden worden met een moge- lijke intensivering van het voetgangersverkeer door wijzigingen in de ruimtelijke planning en ontwikkeling. des modes latéraux, il est signalé que l’homme est beaucoup plus sensible aux vibrations hori- zontales. Les critères correspondants sont donc beaucoup plus sévères (figure 2). La figure 4(a) montre les niveaux de vibrations verticaux prévisionnels pour de faibles densités de la circulation des piétons. Cette prédiction montre que dans cette situation, tous les cas peuvent garantir un confort maximum ou moyen. Pour ces faibles densités, aucune nuisance vibratoire n’est donc attendue. La figure 4(b) montre que pour des densi- tés normales (jusque 0.8 p/m 2 ), un confort minimum ou même des niveaux de vibrations inacceptables sont prévus pour quatre cas. Un seul d’entre eux (Malines) est situé dans un centre urbain où une utilisation intensive de la passerelle peut être attendue. Cette sensibilité avait déjà été prédite au cours de la phase de projet, ce qui a généré la décision de prévoir des amortisseurs de vibrations, dans le projet (figure 5). Grâce à cette mesure, la construc- tion peut aussi garantir un confort maximum pour des densités élevées de circulation des piétons. Concernant les 3 cas ( Eeklo, Knokke et Anderlecht ) : les faibles densités de piétons, attendues, permettent de garantir le confort de l’utilisateur. Cette prédiction indique toutefois une grande sensibilité de ces constructions aux vibrations induites par l’homme. Il faut en être conscient et tenir compte aussi d’une intensifi- cation éventuelle de la circulation des piétons par des modifications du planning d’aménage- ment et du développement. Figuur 5. (blauw) Verbeterde belastingsfactor voor de verticale controleberekening om toe te passen respec- tievelijk (--) in ontwerpfase en (-) na constructiefase en (zwart) de corresponderende factor zoals voorgesteld door HiVoSS en Sétra. _Figure 5 : (bleu) Facteur de charge corrigé pour le calcul de contrôle vertical à appliquer respectivement (-) au cours de la phase de projet et (-) après la phase de construction et (noir) le facteur correspondant comme proposé par HiVoSS et Sétra. Figuur 5 : Trillingsdemper _Figure 5 : Amortisseur de vibrations Belastingsfactor [-] Facteur de charge [-] Frequentie [Hz] Fréquence [Hz] 61
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=