info-steel-40

De gordingen – over het algemeen IPE’s 240 – lopen door over de spanten zodat ze hyperstatisch konden worden berekend. Tussen 2 overkragende gordingen bevindt zich een isostatische bevestigde gording. In de gordingen van de lange zijden en hoeken diende men ten gevolge van de gebogen geometrie van de luifel rekening te houden met bijkomende horizontale krachtscomponenten. De gordingen bevinden zich op een onderlinge tussenafstand van ongeveer 2 m en ondersteunen zo de bekleding van de luifel. Dit zijn geprofileerde aluminiumplaten die in 1 stuk van de voorzijde tot de achterzijde van de luifel lopen. Om het uitknik- ken van de gordingen tegen te gaan, werden de gordingen onderling met elkaar verbonden door 2 kabeltjes die zich op een afstand van minder dan 1/3 van de hoogte van het profiel van respectieve- lijk de onderflens en de bovenflens bevinden. Deze spankabels stellen alle gordingen in verbinding met het windverband vooraan in de luifel. Les pannes (en général des poutres IPE 240) se poursuivent sur les fermes, ce qui a permis leur calcul hyperstatique. Entre 2 pannes en canti- lever, on trouve une panne fixée de manière isostatique. Dans les pannes des côtés longs et des angles, il a fallu, en raison de la géométrie cintrée de l’auvent, tenir compte de compo- santes de force horizontales supplémentaires. Les pannes se trouvent à une distance inter- médiaire mutuelle d’environ 2 m et supportent ainsi le revêtement de l’auvent. Il s’agit de tôles d’aluminium profilées qui courent d’une seule pièce de l’avant vers l’arrière de l’auvent. Pour s’opposer au flambage des pannes, celles- ci sont reliées entre elles par 2 petits câbles qui se trouvent à une distance de moins d’1/3 de la hauteur du profilé de la bride inférieure et de la bride supérieure, respectivement. Ces câbles de tension mettent toutes les pannes en relation avec le contreventement à l’avant de l’auvent. Geprofileerde aluminiumplaten bekleden de luifel _Tôles d'aluminium profilées comme revêtement de l'auvent 37