info-steel-38

van de twee hoogste verdiepingen werd rond- om rond een vaste zonnewering in wit strek- metaal bevestigd. Het witgelakte rooster zelf is in aluminium, met maasopeningen van 250 x 80 mm. Het geeft het complex intimiteit, maar laat voldoende licht en zicht toe. De pendels waaraan de screenstructuur is bevestigd en de looppaden die het rooster op elke verdieping met het gebouw verbinden zijn in staal, respec- tievelijk ½ IPE240 (verticaal) en UPN140 (hori- zontaal). Die pendelstructuur hangt op aan een stalen profiel aan de dakoversteek. De overkra- ging van de bovenbouw vormt de zonnewering van de volledig beglaasde gelijkvloerse verdie- ping. Dat geeft het gebouw meteen ook zijn ‘zwevend’ effect. Slimline Drie betonnen centrale kernen met dragende en stabiliserende functie zijn zichtbaar in het gebouw. In de hoofdkern zijn liften, sanitair en technieken verwerkt, de twee kleinere betonnen kernen doen dienst als noodtrappen. In com- binatie met de staalstructuur werd het Slimline vloersysteem toegepast boven de gelijkvloerse en eerste verdieping (IPE400) en boven de tweede verdieping (IPE300). Het Slimline vloersysteem is een geïntegreerde oplossing voor plafond, installatieruimte en topvloer. Stalen liggers met openingen (voor de luchtkanalen, de leidingen, de kabelgoten en de bekabeling) worden ingestort in predallen (zelfdragende prefabelementen). Belangrijk bij dit systeem is dat de technieken helemaal uitgetekend zijn vooraleer de stalen profielen geconstrueerd worden, omdat de plaats van de technieken door en tussen de staalprofie- len in functie hiervan bepaald wordt. Gezien zowel de bovenste als onderste betonschaal tegelijk voorzien zijn voor betonkernactivering (ingebeton- neerde leidingen voor verwarming en koeling), moesten ook alle doorboringen door deze beton- schalen op voorhand gekend zijn. De dubbelscha- lige constructie blijft rank, het vloerpakket blijft minimaal met een relatief laag eigen gewicht, ken- merkt zich door een hoge brandwerendheid, iso- leert thermisch en akoestisch en biedt ruim plaats aan technische leidingen, waardoor een verlaagd plafond niet nodig is. Overspanningen tot 16 m zijn mogelijk, wat de vloerindeling zeer flexibel maakt. Tegelijk blijft ook de verdiepingshoogte na- venant, zo’n 3,20 m. De technieken zijn in zekere des deux étages supérieurs, une protection solaire fixe constituée de métal déployé blanc a été installée sur tout le pourtour. Le grillage laqué blanc est en aluminium et comporte des mailles de 250 x 80 mm. Il offre au complexe l’intimité voulue, tout en laissant passer suffisamment de lumière et en permettant une vue dégagée. Les suspensions auxquelles est fixée la structure du pare-soleil et les chemins de circulation qui relient le grillage à chaque étage avec le bâtiment sont en acier, respectivement ½ IPE240 (verticale- ment) en UPN140 (horizontalement). Les suspensions sont fixées à un profilé en acier de l’avant-toit. La partie supérieure du bâtiment en saillie constitue une protection solaire pour le rez-de-chaussée entièrement vitré. C’est aussi ce qui donne l’impression que le bâti- ment 'flotte en l’air'. Slimline Les trois gaines centrales en béton qui revêtent une fonction porteuse et de stabilisation sont visibles dans le bâtiment. La gaine principale reprend les ascen- seurs, les sanitaires et les techniques, tandis que les deux gaines en béton plus petites font office d’esca- liers de secours. En combinaison avec la structure en acier, on a utilisé le système de plancher Slimline comme plafond pour le rez-de-chaussée et le premier étage (IPE400) ainsi que pour le deuxième étage (IPE300). Le système de plancher Slimline est une solution intégrée pour le plafond, l’espace technique et le plancher. Des poutres d’acier comprenant des ouvertures (pour les gaines d’air, les canalisations, les gouttières de câbles et le câblage) sont noyées dans les prédalles (des éléments préfabriqués autopor- tants). Ce système présente pour particularité que les techniques doivent être dessinées avant de fabriquer les profilés en acier, car l’emplacement des techniques passant à travers ou entre les profilés est déterminé en fonction de ceux-ci. Étant donné que les voiles en béton supérieur et inférieur servent aussi pour l’activation de la masse thermique du béton (canalisations noyées dans le béton pour le chauffage et la climatisation), il fallait aussi que tous les percements à travers ces voiles en béton soient connus préalablement. La construction à double voile reste mince, l’épaisseur du plancher est réduite au minimum avec un poids intrinsèque faible, et elle se caractérise par une résistance au feu élevée, elle assure une isolation thermique et acoustique. Comme elle offre beaucoup de place pour les canalisations techniques, elle rend superflus les faux-plafonds. Elle autorise des portées jusqu’à 16 m, ce qui rend l’affec- tation du sol très souple. Par ailleurs, la hauteur d’un 32